Jouw zomer daar

De dagen hier zijn niets
de ketting van m’n fiets
een teentje waar een voet op stond
een beetje in de zon gezond
naar de blauwe lucht gekeken
die schapewolk geen boek gebleken
duf drankje op een dakterras
een boodschap in een plastic tas

De krant?
de tour?
de rest?
geen moer

Het glas nu leeg
het hoofd nog dol
en ook nog een of ander
hart op hol

Die nacht als in een droom vergleden
en dan? weer zien? misschien? een ander heden?
ondertussen wordt er heel geleidelijk geleden…
ik ben hier en jij verleden

tijd

is relatief

En toch,
het opent perspectief
ikke dinges
vinje lief

Jouw zomer daar
en de mijne hier,
maar lang niet slecht
zo’n allereerste kier